Halfzijdige verlamming houdt paralympiër Tim Celen niet van de fiets: “Ik zou altijd opnieuw voor dit leven kiezen”
Aan het einde van de zomer vinden de Paralympische Zomerspelen van Parijs plaats. Onze ambassadeur Tim Celen is één van de uithangborden van Team Belgium en gaat resoluut voor goud. Zijn halfzijdige verlamming heeft hij al lang omarmd: “Op mijn 26e heb ik de wereld gezien, ons vorstenpaar ontmoet en van mijn hobby mijn beroep gemaakt. Hoe kan ik dan ondankbaar zijn?”
Het levensverhaal van Tim begint op een steenworp van onze fabriek in Beringen. “Bij mijn geboorte kreeg ik een hersenbloeding. We zullen nooit weten of dat voor of na de gebeurde, feit is dat ik hierdoor een verlamming heb aan de rechterzijde van mijn lichaam. Ik kan wel handelingen uitvoeren, maar beschik over minder evenwicht en lijd aan spasmen. Pas na enkele maanden, toen ik een longontsteking opliep, constateerden de dokters mijn verlamming.”
De levenslustige en energieke Tim groeide op in de gemeente Ham (in het gehucht Genendijk) en beleefde een sportieve jeugd. “Vooral voetbal zit hier in de familie en mijn vader gaf zijn liefde voor de sport door aan mij. Zo kwam ik terecht in het G-voetbal en af en toe deed ik ook een toertocht op de fiets. Ik dacht er nooit aan om de switch te maken, tot kenners rond mijn 13e aangaven dat ik talent had. Via G-Sport Vlaanderen kwam ik terecht in de Wereldbeker paracycling, meer bepaald in de T2-categorie. In 2016 stond ik op amper 18-jarige leeftijd al op de Spelen in Rio! Op de Spelen moeten we trouwens met de nodige documentatie langs de dokter, zodat ze ons in de juiste categorie kunnen indelen. Anders zeg je natuurlijk wat je wil.”
Tijd tijdens coronabreak
De carrière van Tim schoot de hoogte in tijdens de coronabreak. “Plots kwam er heel veel tijd vrij om extra trainingskilometers te maken. Op dat moment volgde ik de opleiding ‘grafisch designer’ bij Syntra en studeerde ik thuis. Met de juiste indeling was de combinatie met wielrennen mogelijk. Er waren toen geen wedstrijden, dus ik wist niet waar ik stond. De periode die toen aanbrak, was de mooiste in mijn carrière en bracht me op alle continenten in de wereld."
Zilver en brons
In Tokyo reed de Hammenaar naar zilver in de wegrit en brons in de tijdrit. Het leverde hem heel wat aandacht op. "Ik mocht op visite bij de koning, die ik inmiddels al enkele keren ontmoette. Bovendien gaf mijn favoriete voetbalclub KRC Genk me de eer om de aftrap te geven bij de thuiswedstrijd tegen Union, wat ik ook een geweldige ervaring vond!"
Ook sportief boekte Tim progressie. "Sinds de Spelen in Tokyo verbeterden mijn waarden stelselmatig. Ik begon een samenwerking met Remko Meeusen, die eerder aan de slag was bij Quick-Step en Alaphilippe nog begeleidde. Op enkele jaren tijd duw ik nog 80 à 90 watt meer dan op de Spelen. 70% van dat vermogen haal ik uit mijn linkerbeen, 30% uit mijn rechterbeen. Met fitness probeer ik dat evenwicht te controleren, al zal het natuurlijk nooit gelijk worden.”
Parijs 2024 spookt al drie jaar door het hoofd van Tim. “Ik beleef een ideaal jaar zonder blessures en boekte veel vertrouwen in de Wereldbeker. In mijn prijzenkast ontbreekt nog één medaille, het is dus geen geheim dat ik vol voor goud ga. In eerste instantie richt ik mijn pijlen op de wegrit, in de tijdrit neem ik zeker ook vrede met het podium. Feit is dat er in Tokyo een helling van 4 kilometer zat, wat me niet goed ligt. In België kan je deze afstand ook moeilijk simuleren bergop. Nu gaat het om kortere klimmetjes. Daarop kan ik me voorbereiden met gerichte trainingen in Valkenburg of Houffalize.”
Over Tims Eddy Merckx 525
Speciale bochtentechniek
Wie Tim voorbij ziet rijden, is meteen verbaasd door de hoge snelheid die hij op zijn driewieler haalt. “Het verschil met een tweewieler zit vooral in de bochten, waarin wij echt moeten hangen om tegengewicht te geven. Toen mijn moeder dit eens uitprobeerde, reed ze los in de haag (lacht). Ik rijd al op die manier rond sinds mijn kindertijd op de camping, waar ik dan regelmatig onder de caravans stak. Zo ben ik die gewoon geraakt en ligt het bochtenwerk mij goed.”